Een treinramp met gevaarlijke stoffen, een brand in een woonzorgcentrum, overstromingen, een grieppandemie, een ontploffing in een bedrijf,... Een noodsituatie kan altijd en overal voorvallen. Samen met de vertegenwoordigers van de 5 disciplines, eventueel aangevuld door experten coördineert de gouverneur bij de afkondiging van een provinciale fase het optreden van de verschillende interventiediensten en kan hij de nodige maatregelen nemen.
TIP: Word je geconfronteerd met een uitzonderlijke situatie? Neem dan steeds contact op met de noodcentrale, via het noodnummer 112 of via de 112-app (24/24 en 7/7 bereikbaar).
Meer info: www.112.be of ww.112.be/nl/app
Crisismanagement
Het takenpakket van de dienst noodplanning is zeer uitgebreid omdat crisis- en noodsituaties divers en onvoorspelbaar zijn. De provinciale veiligheidscel, bestaande uit de provinciegouverneur, zijn dienst noodplanning en experten ter zake, staat in voor het analyseren, beheren en evalueren van alle mogelijke risico’s in onze provincie.
Voorbereiding: nood- en interventieplannen
Een adequate aanpak vergt een goede voorbereiding omdat de kansen op een noodsituatie tot een minimum beperkt moeten worden. De voorbereiding op noodsituaties en incidenten wordt omgezet in de opmaak van nood- en interventieplannen.
Er bestaan twee soorten noodplannen:
- Algemeen nood- en interventieplan (ANIP): om gepast te kunnen reageren op een brede waaier aan noodsituaties die zich op elke plaats binnen de provincie kunnen voordoen.
- Bijzondere nood- en interventieplannen (BNIP): voor het beheer van specifieke risico's zoals de luchthaven ‘Brussels Airport’, evenementen (Rock Werchter), overstromingen of ongevallen met gevaarlijke stoffen.
In de noodplannen staan de verschillende taken en verantwoordelijkheden van de interventiediensten en hun onderlinge samenwerking beschreven. Deze nood- en interventieplannen worden regelmatig getest tijdens diverse oefeningen, bijvoorbeeld een simulatie van een crash op de luchthaven van Zaventem. Zo blijven de procedures goed gekend en na de evaluatie van de oefeningen kunnen verbeterpunten worden aangebracht.
Aanpak van een acute noodsituatie
Het provinciale nood- en interventieplan treedt in werking wanneer er meerdere gemeenten bij een noodsituatie betrokken zijn. De provinciegouverneur zit het provinciaal coördinatiecomité (CC-Prov) voor. Dit comité bestaat uit de leidinggevenden van verschillende interventieteams, eventueel aangevuld met experten en/of partners. Hier worden alle beslissingen genomen om de noodsituatie zo goed mogelijk aan te pakken. Acties op het terrein worden ter plaatse goed opgevolgd door vertegenwoordigers van de disciplines, onder leiding van één eindverantwoordelijke. Deze structuur wordt Commandopost Operaties of CP-Ops genoemd.
Herstel
Na een noodsituatie neemt het provinciaal coördinatiecomité de nodige maatregelen om de terugkeer naar de normale dagelijkse situatie mogelijk te maken. In deze nazorgfase gaat het bijvoorbeeld over het organiseren van psychosociale ondersteuning, het nemen van milieumaatregelen, het informeren over schadeclaims en verzekeringen, …
Na elke noodsituatie volgt een grondige evaluatie en indien nodig worden de nood- en interventieplannen bijgestuurd.
Interventiediensten
Een noodsituatie wordt bestreden door gespecialiseerde teams, de zogenaamde interventiediensten of disciplines. Tijdens een noodsituatie is een goede coördinatie van de verschillende disciplines van essentieel belang :
- discipline 1 : hulpverleningsoperaties (brandweer, indien nodig bijgestaan door de operationele eenheden van de civiele bescherming)
- discipline 2 : medische en psychosociale hulpverlening (de MUG-diensten, de federale gezondheidsinspecteur, ambulancediensten, het Rode Kruis, psychosociale werkers, …)
- discipline 3: politionele diensten (federale en lokale politie)
- discipline 4: logistieke diensten (de civiele bescherming, de brandweer, defensie en technische diensten)
- discipline 5: informatie (communicatieverantwoordelijken)
Elk van deze disciplines beschikt over een eigen noodplan, zo kent elke discipline zijn verantwoordelijkheden en weten ze op welke manier ze met andere disciplines moeten samenwerken.